In de Pantanal en de Amazone is het nog regenseizoen, daarom rijden we via het westen van Bolivia en Peru richting Ecuador en Colombia. Op de terugweg rijden we dan meer oostelijk van de Andes richting Brazilië, in de hoop wat minder regen te hebben.
Villazon, het stadje bij de grensovergang, is druk en je voelt direct dat je in een ander land bent. Via de drukke en nauwe straatjes rijden we naar Tupiza en van daar via een mooie weg naar Uyuni.
In Uyuni aangekomen kijken we eerst rond op het treinen-kerkhof. De roestige locomotieven en wagons staan in twee lange rijen. Jammer dat er altijd mensen zijn die het noodzakelijk vinden om de boel te bekliederen.
Het stadje zelf is niet heel bijzonder. De grootste attractie hier is het zoutmeer. Wanneer wij er zijn staat er nog een halve meter water op het meer. Isla del Pescado is onbereikbaar door het vele water op de vlakte. Je kan met de auto 9 km het meer op om de beroemde perspectief foto's te maken. We vinden het niet waard om Brinks bloot te stellen aan het zoute water. Misschien rijden we later in het jaar nog langs om over het meer te rijden als het droog is.
De volgende stop is Potosi. De stad ligt op ruim 4000 meter hoogte en is ooit een rijke stad geweest omdat het hier een grote zilvermijn ligt. De gebouwen verwijzen nog naar betere tijden. Het is een stad met een trieste geschiedenis. Nog steeds komen er bijna dagelijks mensen in de mijn om het leven en wordt de gemiddelde mijnwerker niet ouder dan 40 jaar. Het verdient wel goed namelijk 125 US$ per week.
We bezoeken een van de vele mijncoöperaties. Het is één van de ongezondste omgevingen waar je in kan werken. Veiligheid is nul en de omstandigheden erg slecht.
Toeristen worden gevraagd om voor de mijnwerkers cadeautjes mee te brengen. Dat kan van dynamiet, cocabladeren, alcohol 94% zijn, tot limonade en koekjes. Wij brengen het laatste mee. De kinderen zijn er heel gelukkig mee.
Sucre is, in vergelijking met Potosi, een stuk makkelijker om doorheen te rijden en heeft mooie witte koloniale gebouwen. Het is de formele hoofdstad van Bolivia. Wanneer we wat op de Plaza 25 de Mayo drinken komt er een gezelschap uit Tarabuco in traditionele kleding muziek maken en een dans opvoeren. Het is een soort klompendans op houten schoenen met belletjes. En natuurlijk met de nodige coca bladeren in de mond.
Onderweg naar Cochabamba maken we een stop bij het langste dinosaurus spoor dat tot nu toe gevonden is. Er is een museum, best aardig en natuurlijk de vele voetstappen van verschillende soorten dinosaurussen.
In Cochabamba missen we een afslag en rijden we dwars over de markt. Blijkbaar is dit heel normaal want er rijden ook talloze bussen, motortaxi's en auto's. Hier en daar staat een agent op een fluitje te blazen. Het nut ontgaat ons een beetje want niemand reageert. Vanuit de auto kan je zo bij de kraampjes wat komen. Dus eigenlijk is het handig zo'n drive-through.
Verordening van de burgemeester
We staan op een camping in de buitenwijk van Cochabamba. Het is een mooie plek en lekker rustig. Tenminste de eerste nacht. De tweede nacht staat er iemand om 1.00 uur 's nachts op de poort te kloppen en op die van de buren. Hoop gepraat. Niet zo fijn als je probeert te slapen...
Niet veel later klopt de campingeigenaar op onze auto. We moeten onze spullen pakken en zo snel mogelijk weg. De burgemeester heeft een verordening uitgeroepen dat het hele gebied geëvacueerd moet worden. Wat blijkt; het riviertje dat langs de camping loopt is geblokkeerd en staat op het punt van doorbreken. Het risico is dat met een vloedgolf het hele gebied in no-time onder water staat. De smalle straatjes maakt dan een snel vertrek onmogelijk.
Dus om 1.30 uur gaan we op zoek, met een Franse familie, naar een hoger gelegen plek voor nog wat slaap. We komen bij een, wat wij dachten, andere camping maar er was niemand behalve een troep honden. We besluiten om hier de nacht door te brengen. Maar heel veel rust wordt ons niet gegund want om 5.00 worden we wakker geschud. Een aardbeving met een 6,5 op de schaal van richter met het epicentrum op zo'n 50 km verderop is de oorzaak. Verder slapen heeft geen zin dus besluiten we met zonsopgang naar La Paz te rijden.
La Paz druk, enorm druk. Op de "snelweg" wordt elke centimeter benut en niemand gunt de ander een stukje asfalt. De enige wet die hier gehandhaaft word is die van de sterkste. Met veel geduw en getoeter bereiken we een camping.
Omdat de stad tegen een stijle hellingen gebouwd is, de wegen smal en er super veel mensen wonen is er geen metro maar een kabelbaan netwerk. Heel handig met een kleuren systeem. Je kan mooi vanuit de lucht de stad overzien. Zonder geduw en drukte de hele stad verkennen.
Valle del Luna is een vallei van zandsteen. Wat kan ik zeggen... nou ja we hebben het gezien.
Na weer een hoop gedoe zijn we weer zonder kleerscheuren La Paz uitgereden en gaan we richting het Titicacameer en Tiwanaku naar de Peruaanse grens.
Arequipa heeft een mooi oud centrum dat op loopafstand van de camping ligt. Talloze restaurantjes en winkels. We blijven hier veel langer dan we van plan zijn. Ten eerste ontmoeten we hier Andre van Huizen, ten tweede moeten we nieuwe zonnepanelen zoeken en installeren omdat het 4de paneel inmiddels ook gesneuveld is. Ook moet olie ververst worden. Een klusje van een uur maar de Toyota dealer maakt er een dag vullend programma van. En last but not least het is gewoon een lekkere plek.
Sven heeft ondertussen de naam gekregen van Handige Harry. Van een Landcruiser die niet start, een vrachtwagen waar de motor niet van uit kan tot een afstandbestuurbaar autootje Sven heeft de kennis en de spullen om te helpen.
Al onze hele reis zien we zo nu en dan condors. Maar nooit zo dicht bij. Wanneer we hier in de middag aankomen zien we er een stuk of 5.
In de ochtend is het een heel spektakel. Meer dan 15 condors zweven voorbij. Heel indrukwekkend als zo'n vogel met een spanwijdte van ongeveer 3 meter vlak voor je neus voorbij zweeft.
De Colca Canyon is diep, maar de diepste ter wereld is de Cotahausi Canyon met meer dan 3500 meter diepte. De weg er naar toe is met enorm veel haarspeld bochten. Dat moet ook wel want de weg begint op zee niveau en moet dus flink wat stijgen om aan de rand van de canyon te komen.
Op de weg er naar toe is er een archeologische site met rotstekeningen. Niet op een rotswand maar op de meer dan 5000 stenen zijn tekeningen te vinden.
Terwijl we daar rondlopen komt er een groepje mensen en die vragen ons om een interview. Wat blijkt; ze willen dat de site erkent wordt door Unesco en daardoor dan ook beschermt wordt. Het verbaast ons dat dit nog niet het geval is. Natuurlijk werken we mee aan een promotiefilmpje en genieten nog even van het feit dat we gewoon tussen de blokken door kunnen lopen voor de entree van 1 euro.
Op de kaart lijkt er een doorgaande weg naar het noorden te gaan. Na een paar kilometer wordt het asfalt een onverharde weg en nog een aantal kilometer later een karrenspoor. De navigatie geeft aan dat we op de doorgaande weg zitten dus gaan we verder en hopen dat de weg niet nog slechter of smaller wordt. In de kleine dorpjes die we door komen kijken de mensen of er een ufo het dorp binnen komt. Niemand die lacht of zwaait. De kinderen verstoppen zich en gluren om een hoekje. Het is duidelijk dat hier niet veel buitenlanders komen.
Hoewel de weg erg slecht is, is de omgeving erg mooi. Uiteindelijk gaat de weg uit de canyon naar de pampa maar voor we weer op asfalt komen vergt het toch nog wat stuurmanskunst en stalen zenuwen. Oh ja, en een vieze auto.
Bij Nasca ligt een oude begraafplaats, net als de lijnen.
Er zijn heel wat graven. Inplaats dat de mensen liggen zijn ze in een zittende houding ingepakt. Opvallend is dat ze ook hier van allerlei zaken mee kregen in hun graf.
Vanaf een platvorm kunnen we een indruk krijgen van de lijnen. We waren een beetje verbaasd dat het zo klein was. Om het goed te kunnen zien zou je met een vliegtuigje moeten kijken, maar zo geïnteresseerd zijn we nu ook weer niet.
In Peru wordt er veel Pisco, een soort grappa, gestookt. Sterk spul met zijn 45% alcohol maar de moeite waard om naar een vinca te gaan voor een rondleiding en een proeverij.
Tot onze verbazing wordt er behoorlijk wat wijn verbouwd in Peru. Midden in de woestijn kan je wijngaarden vinden. Hoewel er heel veel zoete wijn wordt geproduceerd zijn er ook huizen de een goede kwaliteit wit en rood maken. We bezoeken Tacama, een wijn die we al uitvoerig met André in Arequipa hebben geproefd. Het verhaal wil dat hier de eerste wijn werd gemaakt door de Spanjaarden voor de kerk. Nu is het een professioneel bedrijf en elk jaar komt er iemand uit Frankrijk om de juiste blend te maken.
We waren niet van plan om naar Lima te gaan maar maken er toch een stop. We vinden een hotel waar Cateau welkom is en de auto achter slot en grendel. Met Uber doorkruisen we de stad.
Omdat Lima bekend staat voor zijn culinaire hoogstandjes gaan we voor een keer super luxe uit eten. We nemen het IK- Experience menu inclusief met de bijbehorende wijnen. Met zijn 14 gangen is het een avond vullend programma en het eten zijn kleine kunstwerkjes. Hoewel we nooit eten fotograferen, nu toch maar gedaan.
Ten noorden van Lima is de kust erg saai en op sommige plaatsten kan het gevaarlijk zijn met gewapende overvallen. We maken een D-tour naar het Huascaran NP. door de bergen heen en en door de canyon terug naar de kust. Hier ligt ook de hoogste berg van Peru, de Nevado Huascarán van 6768 m.
We brengen een paar dagen door onder de palmbomen aan het strand. Nog even opwarmen voor we het natte Equador in gaan.
We zijn nu 6 maanden onderweg. Regelmatig vragen mensen of we het nog niet zat zijn. We zijn het zeker nog niet zat, er is zoveel te zien en ontmoeten zo veel mensen. Zuid Amerika en 'het onderweg zijn" bevalt tot nu erg goed. Maar missen jullie dan niets van thuis? Wat betreft eten en drinken kijken we nergens naar uit. Een broodje haring wordt vervangen door ceviche en de jacht naar lekkere kaas is een sport geworden. Het enige wat we wel missen zijn vrienden. Hoewel we contact hebben via internet zou je graag soms gewoon er even voor of bij iemand willen zijn. En op zondag middag op de bank een filmpje kijken dat is soms ook wel lekker.