Loading

Toespraak Gert Boonekamp: Beekzang Postiljon d'amour Dichter in Beeld

Beste Hans en Marion, beste Maud, geacht bestuur van de gemeente Beverwijk, geachte aanwezigen,

Een dichter als Hans Tentije is in staat het eeuwige en tijdelijke met elkaar te verzoenen en die zoen ook te schenken aan de lezer, de bezoeker van dit monument, aan zichzelf en zijn liefste Marion.

Dichter in Beeld vond tijdens overleg over poëzie in de openbare ruimte dat zij Hans Tentije moest verleiden zijn taalvermogen een plek te geven die uitstijgt boven de plek waar hij werd geboren – Beverwijk – en / of de plaats waar hij kattenkwaad uithaalde en avontuur zocht (Wijk aan Zee). Dichter in Beeld vond de gemeente Beverwijk onmiddellijk aan haar kant evenals Jaap Tesselaar.

Waarom Hans Tentije?

Omdat Hans al zijn leven lang met taal landschap evoceert als waren de deuren van het paradijs nooit gesloten. Hij besloot ze open te duwen niet voor louter nieuwsgierigen, maar voor al diegenen die weten dat het woord de schepping tot stand bracht en brengt. De titels van zijn bundels verwijzen daar steeds naar: Om en nabij, Uit zoveel duisternis, In omgekeerde richting, Wat het licht doet en in 2022 Waarvandaan. Die laatste bundel opent met het gedicht Net als toen en de eerste regels lopen, nu we hier staan, met ons mee.

In gedachten volg ik de paden weer, voel hoe het grint

onder mijn spekzolen knerpt

en het een na laatste gedicht eindigt met de nu eeuwige regels

en hoe het licht ook viel, het dwong hem

nooit meer weg te gaan, dit ongeschonden te bewaren

Zijn poëzie is voelbaar en tastbaar.

In Om en nabij schrijft hij:

we bestaan bij de gratie van herhalingen

die zich nooit volstrekt identiek

voordoen en van onthullingen, te eenmalig bijna

om waar te kunnen zijn

Bij een dergelijke strofe past een gedicht over water dat aan elk element van de zojuist geciteerde strofe voldoet. Als er iets eeuwig is op aarde, dan is het water dat nooit met zichzelf tevreden is en ontsnapt aan menselijke regelzucht. De deelnemers aan het overleg over een gedicht kozen voor Beekzang. Het gedicht ligt bij villa Scheybeeck waar Vondel en Gorter dichtten, dichters die hun leven lang de schepping trachtten onder woorden te brengen en de mens zijn plek in de voorbijgaande schepping geven. Daarnaast huisvestte de villa ook menselijk kapitaal waar de beek die er langs stroomt, zilver glimlachend de betrekkelijkheid van laat zien.

Zojuist citeerde ik een strofe

we bestaan bij gratie van herhalingen

die zich nooit volstrekt identiek

voordoen

Je moet als dichter een buitengewone durf bezitten om Vondels Beeckzangh niet alleen opnieuw wakker te kussen, maar je gedicht te laten zingen in alle oren van wandelaars die vanuit de plaats waar hij opgroeide, Wijk aan Zee, de tocht naar Huize Scheybeeck maken en te suggereren dat je tocht met die beek een weg is door de dromen en verlangens van de wandelaars.

Maud van Gool heeft het verzoek het gedicht een plaats te geven op een betoverende manier verwezenlijkt. Toen ik de foto’s zag die Sonja Elferink verstuurde, zag ik een gouden zonneglans door het landschap stromen. Maud maakt met haar kunstwerk een nieuw gedicht vol adem en luister. En … zonder de kwaliteiten van Sonja Elferink was deze zon niet alleen niet doorgebroken; hij was niet eens opgegaan.

Op een moment vraagt Hans: ‘Waar kan ik mijn handen nog in onschuld wassen?’ Wij zijn zo vrij en gelukkig Hans die plaats nu te schenken; in de Scheybeeck die nu van ons en hem vraagt niet te snel van het leven te scheiden of zoals we het in begin stelden: het eeuwige met het tijdelijke te verzoenen.

Gert Boonekamp

Beverwijk, 11 mei 2022
Gert Boonekamp richt zich tot Hans Tentije
Gert Boonekamp
Created By
Gijs van Elk
Appreciate

Credits:

foto's Gijs van Elk